Sociale media in het speciaal onderwijs

overzicht

Hoe zorg je dat leerlingen zelfvertrouwen krijgen?

4 Op zoek naar je talenten

Bij Playing for Success in Arnhem krijgen leerlingen in stadion GelreDome van voetbalclub Vitesse, een extra steuntje in de rug. ‘Ze krijgen een VIP-pas, we benadrukken dat ze very important zijn.’

Wie

Marcel Bulten (44), leraar maatschappijleer en centrummanager/coach bij Playing for Success Arnhem; Marlies van Dael (32), mentor van een tweedejaars groep VSO bij Het Prisma in Arnhem, een school voor leerlingen tussen de 12 en 18 jaar met een meervoudige beperking.

Project

Playing for Success, afkomstig uit Groot-Brittannië, is een initiatief waarbij wordt samengewerkt met bijvoorbeeld sportclubs om leerlingen – van het vmbo, praktijkonderwijs en VSO – met weinig zelfvertrouwen door middel van leuke opdrachten een boost te geven en hun taal-, reken- en ict-vaardigheden te verbeteren. In Arnhem is Playing for Success sinds 2009 ondergebracht in het GelreDome; het stadion en voetbalclub Vitesse spelen een belangrijke rol.

Hoe werkt het?

Tien weken lang komen leerlingen, die door hun mentor zijn geselecteerd, één keer in de week na schooltijd naar het stadion. De leerlingen stellen met hun mentor leerdoelen vast. In en om het GelreDome krijgen ze taal- en rekenopdrachten en werken ze aan hun ict-vaardigheden. Dat gaat in ‘speelrondes’, want alles is aan Vitesse en voetbal gerelateerd. Ze bezoeken ook een thuiswedstrijd. Cruciaal is de positieve coaching die de leerlingen krijgen: de focus ligt op wat ze wél kunnen. Op een groep van maximaal vijftien leerlingen staan drie coaches, de begeleiding is intensief. Per jaar kunnen 180 leerlingen meedoen, inmiddels hebben bijna 700 leerlingen het Playing for Success-programma in Arnhem gevolgd.

Doel

Het bijspijkeren van de vaardigheden van de leerlingen en het stimuleren van hun motivatie. Maar belangrijker is dat ze een leuke tijd hebben in een inspirerende, unieke omgeving.

Resultaat

Aan het einde van de tien weken geven de leerlingen een presentatie over wat ze in die periode hebben gedaan en geleerd, en wat dat voor hen betekent. Dat kunnen ze laten zien met een Powerpointpresentatie, maar ook met een film of toneelstukje. Meestal is het zelfvertrouwen gegroeid. Ze durven makkelijker om hulp te vragen als ze iets moeilijk vinden en sluiten makkelijker vriendschappen.

Hoe heb je het aangepakt?

Marcel: “Ik werkte voor maatschappelijke projecten van Vitesse in Arnhem toen dit op mijn pad kwam en ik de kar mocht gaan trekken voor Playing for Success. Ik heb een achtergrond als jongerenwerker en had al iets met de doelgroep. Ik ga altijd uit van de talenten van jongeren en dat komt hier heel mooi bij elkaar. Van de gemeente kregen we subsidie tot 2012, daarna hebben schoolbesturen uit de regio Arnhem ons omarmd tot 2016. Daarnaast zoeken we sponsoren, ik ben dus ook fondsenwerver.

We hebben een eigen ruimte in het GelreDome. In de eerste speelronde maken we daar kennis met elkaar, in spelvorm. Daarna laten we het stadion zien, ook de spelersruimtes waar je normaal niet komt. En we maken samen afspraken. Hoe willen we met elkaar omgaan? De vijf regels daarvoor mogen ze zelf bedenken. In de tweede speelronde gaat het om de leerdoelen, de leerlingen hebben hun eigen map. We vragen: ‘Welke stap zou je vandaag willen zetten?’ Deze jongeren moeten heel veel samenwerken, we doen allerlei opdrachten in en om het stadion. En ze krijgen een VIP-pas, we benadrukken dat ze very important zijn. We vragen bijvoorbeeld: ‘Davy Pröpper wil graag in het Engels vragen aan een medespeler of hij vanavond uit eten gaat. Wat moet hij zeggen?’ Dat is gewoon een lesje Engels. Maar omdat je het vraagt voor Davy Pröpper triggert het de leerlingen om ermee aan de slag te gaan. Of we laten ze rekenen in de fanshop, dan moeten ze de verkoopprijs terugrekenen naar de inkoopprijs, of voor 100 euro vijf verschillende producten kopen en zo min mogelijk wisselgeld overhouden. Of we vragen: ‘Trainer Peter Bosz wil het hele elftal in nieuwe trainingspakken steken, hoeveel kost dat?’

Ook komen spelers op bezoek bij de speelrondes, de leerlingen moeten ze dan uitnodigen. Zo leren ze hoe ze een mailtje moeten sturen naar Vitesse, hoe ze een goede brief maken met een begin, een midden en een eind. Ook moeten ze per groepje vijf vragen bedenken, en dan niet de vragen die de voetballers al zo vaak krijgen. De spelers krijgen ook altijd instructies mee om tegenvragen te stellen, en om aan te moedigen: ‘Ga ervoor op school!’

Of ze nou van voetbal houden of niet, de tieners voelen zich daardoor speciaal en ervaren het als een succes. Van veel leerlingen weet ik dat ze net iets anders gaan kijken naar leerstof, en soms een niveau hoger aankunnen. Met de tools die we meegeven komen ze net wat makkelijker dat eerste jaar door.”

Marlies: “Vorig jaar kreeg mijn hele klas de kans om deel te nemen aan Playing for Success, we waren toen ook een pilot gestart als iPad-klas. Marcel loopt op vrijdag stage bij Het Prisma, daardoor is de band warm. Ook ik vind het versterken van talenten heel belangrijk. Ik zeg tegen een leerling: ‘Je zit in een rolstoel, maar betekent dit dat je gehandicapt bent?’ Ik zie ze niet als gehandicapten, maar als individuen met hun eigen mogelijkheden. We hebben de ouders van tevoren een brief meegegeven over het doel van Playing for Success, dat volgens ons heel geschikt is voor onze leerlingen. Uiteindelijk mochten tien van de twaalf leerlingen meedoen.”

Wat heb je nodig?

Marcel: “Het staat of valt met het enthousiasme van een club, zoals bij ons met Vitesse. Het kan een sportclub zijn, maar ook een circustheater of een grote schouwburg. Die medewerking is echt vereist. Ze moeten zich realiseren dat spelers op bezoek moeten komen bij de kinderen. Als in een theater ’s middags Najib Amhali staat te repeteren, regel dan dat hij ook iets met de kinderen doet. Het mag voor de clubs niet iets vrijblijvends zijn. En ook op de scholen heb je een paar enthousiaste mensen nodig die de schouders eronder zetten.

Daarnaast maken we veel gebruik van sociale media. We hebben computers nodig, maar vooral onze iPads: met tien minuten uitleg gaan ze al aan de slag. Ze maken foto’s en filmpjes en gebruiken verschillende apps. We gebruiken Facebook, Twitter en Instagram, daar posten de jongeren heel veel dingen op. Zo blijven ook de leerlingen die het programma hebben gevolgd in contact en worden ze herinnerd aan hun leuke weken hier. We gebruiken het ook voor de ouders, de opa’s en oma’s, die op Facebook zitten. Zo kunnen we laten zien waar we mee bezig zijn.

Vanmiddag ga ik met een groepje kinderen naar het trainingscentrum in Papendal. ‘Mag ik dan foto’s maken?’, vroeg een jongen. Ik zei: ‘Nee, dat móet en ik wil die foto’s terugzien op de sociale media.’ We hebben het daar veel over met z’n allen, sociale media zijn natuurlijk een ding. Zo geven we ze ook mediawijsheid mee. En het is nog nooit gebeurd dat ik iets moest terughalen. Uiteraard vragen we vooraf alle ouders en leerlingen toestemming voor het publiceren van foto’s en filmpjes.”

Marlies: “Voor ons is vooral op logistiek gebied aandacht nodig. Het GelreDome is niet zomaar om de hoek en veel van onze leerlingen hebben een lichamelijke en verstandelijke beperking. Er wordt wel van leerlingen, die dat kunnen, verwacht dat ze zelfstandig reizen, daarvoor wordt op school ook training ingezet. Een aantal reisde zelfstandig met het openbaar vervoer. En een taxibusje bracht de leerlingen die nog moeite hebben met zelfstandig reizen.

Mijn kinderen waren door de pilot al gewend aan het gebruik van iPads. In de klas hebben die een meerwaarde: het is een mooie manier van leren die het onderwijs kan versterken. Maar ik zie het wel als hulpmiddel. Ik vind het heel belangrijk om ze ook de basis bij te brengen, dat ze in het dagelijks leven kunnen functioneren zonder hulpmiddelen, dat ze bijvoorbeeld het bord van de bushalte begrijpen.”

Is het voor alle leerlingen geschikt?

Marcel: “Nee, we maken vooraf een selectie. Playing for Success is bedoeld voor tieners met weinig zelfvertrouwen of faalangst. Ook laten we leerlingen toe met een gebrek aan motivatie, of als hun mentor aangeeft dat ze een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken vanwege bijvoorbeeld een scheiding. We houden echt vast aan die criteria.”

Marlies: “In het VSO kunnen leerlingen met het uitstroomprofiel arbeid meedoen. En enkele leerlingen met het uitstroomprofiel dagbesteding.”

Wat vinden ouders ervan?

Marcel: “De meeste ouders vinden het geweldig. Bij de certificaatuitreiking op de laatste avond leggen we altijd een gastenboek neer, het is vaak hartverwarmend wat je dan terugleest. Uiteraard is er ook wel eens een enkeling die andere verwachtingen had. Die heeft dan vaak al heel veel therapeuten afgelopen met zijn kind en denkt: de school stuurt ons hier naartoe en dan komt het allemaal goed. Maar ik zeg nooit: ‘Wij zijn het ultieme, alles komt goed.’ Je kunt een kind niet van kwalen afhelpen. Iemand met ADHD houdt ADHD. Maar we kunnen hem misschien wel helpen manieren te vinden om minder snel te worden afgeleid.”

Marlies: “De ouders zijn heel positief. Playing for Success is zeer goed afgepast op het kunnen van de leerlingen en het vergroten van zelfvertrouwen. Er wordt ook gewerkt aan het sociale aspect: kun je op elkaar bouwen, kun je elkaar vertrouwen? Voor de ene leerling is dat makkelijker dan voor de andere, sommigen hebben meer moeite met samenwerken. Maar ze hebben het heel erg naar hun zin gehad en veel geleerd. Ik merk dat ze nu meer open staan voor elkaar, dat het goed is geweest elkaar ook in een andere omgeving te zien dan school. De leerlinge die afhankelijk is van haar rolstoel durfde voorheen weinig hulp te vragen. Nu wel. En de anderen vragen aan haar: ‘Zal ik je even helpen? Weet je nog dat we samen in het GelreDome in de lift gingen?’ Er is veel meer opening. Er zijn vriendschappen versterkt en vriendschappen ontstaan. Er wordt meer rekening met elkaar gehouden. Dat merken de ouders ook. Ze zien hun kind opbloeien.”

Wat is bijzonder aan dit project?

Marcel: “Om de gezichten te zien van de leerlingen als ze op al die plekken in het stadion mogen komen. Om hun reactie te zien als ze een opdracht goed hebben gedaan, bijvoorbeeld met een speler samen.”

Marlies: “De kinderen voelden zich bijzonder, en dit keer niet omdat ze beperkt zijn. Het was een voorrecht, en enthousiasme voert de boventoon.”

Wat zijn de valkuilen?

Marcel: “Een valkuil is dat ouders soms denken dat deelname vrijblijvend is. Het is vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend. Ouders en verzorgers moeten betrokken zijn. Ik zeg altijd ‘Je bent al fan van je kind, maar nu word je fanatiek supporter.’ Ze moeten ervoor zorgen dat hun kind naar het stadion komt, maar thuis ook de vinger aan de pols houden. We vragen ouders of verzorgers om wekelijks voor en na de bijeenkomst extra aandacht te geven: ‘Hoe was het, wat voor stappen heb je gezet?’ Dat kan soms lastig zijn, en dan hoop je dat er iemand anders in hun omgeving is die steun biedt, of de mentor.”

Marlies: “Voor ons is de valkuil vooral het organisatorische gebeuren. Ouders van wie de kinderen normaal met een taxibusje worden thuisgebracht, moesten zelf het ophalen bij het GelreDome regelen. In het begin was dat lastig, later werd het vaak onderling opgelost. Het is belangrijk de ouders goed te informeren en ze bijvoorbeeld uit te nodigen voor de eindpresentatie.”

Wat is je drijfveer?

Marcel: “Het belangrijkste is dat leerlingen zeggen dat ze bij Playing for Success een heel leuke tijd hebben gehad. Want als je het leuk hebt, leer je ook makkelijker. Als ze daardoor lekkerder in hun vel komen te zitten, is dat hartstikke mooi meegenomen. En als het dan ook nog eens beter gaat op school…

Gisteren heeft een van de meisjes die we begeleiden voor haar eindproductie, een choreografie gemaakt over hoe ze hier binnenkwam en hoe ze nu hier staat. Ze vond het moeilijk te vertellen hoe ze zich voelt, maar ze danst heel goed. Als je het filmpje ziet dat ze van zichzelf heeft gemaakt, lopen de rillingen over je rug. Ze vertelt haar verhaal dansend.

Mijn persoonlijke drijfveer is kinderen laten inzien dat ze een aantal dingen heel goed kunnen en veel andere dingen ook niet. Ga op zoek naar je talenten, of dat nou voetballen is of lezen, schrijven of dansen, of iets met een computer doen. Gelóóf in je eigen kunnen, dat is wat ik ze wil meegeven.”

Marlies: “Ik doe dit vanuit liefde. Ik hoop mijn leerlingen een goede basis mee te geven, zowel op het sociaal-emotionele als op het cognitieve vlak. Dat ik ze zoveel mogelijk kan begeleiden naar de toekomst, op een serieuze én een vrolijke manier. Ik ben soms nogal eigenwijs, maar ik hoop dat ik op ‘eigen wijze’ rust breng in de chaos. De wereld is zo druk en vraagt zoveel, er wordt zoveel verwacht van kinderen, pubers, jongvolwassenen. Ik hoop ze de rust mee te geven dat ze zichzelf mogen zijn.”

Lesidee 4: Beroepen en talenten

Onderwerp:

Welke talenten heb jij?

Doel:

Leerlingen laten inzien welke beroepen en talenten nodig zijn voor het maken van een computerspel. En ze laten nadenken over hun eigen talenten en toekomstige beroep.

Voorbereiding

  • Zoek het computerspel Minecraft op.
  • Zet het spel (of demo) klaar voor vertoning op het digibord.

Materiaal

  • Pen en papier
  • Laptop
  • Digibord

De les

Oriëntatie

  • Wat vind je leuk om op de iPad te doen?
  • Welke games ken je?

Uitleg

  • Vertel de leerlingen dat ze een populair computerspel te zien krijgen.
  • Laat Minecraft op het digibord zien.
  • Stel de volgende vragen:
  • Wat voor beroepen hebben de mensen die bij Minecraft werken?
  • Welk(e) talent(en) moet je bezitten om zo’n beroep uit te kunnen oefenen?
  • Welk(e) talent(en) heb jij?
  • Voor welke beroepen zou je die later in kunnen zetten?
  • Laat de leerlingen een woordspin maken: ze schrijven het beroep op een stuk papier en plaatsen daar omheen woorden die aangeven wat ze nodig hebben om dat beroep uit te kunnen oefenen.

Evaluatie

Stel de volgende vragen:

  • Was het moeilijk om beroepen en talenten te bedenken?
  • Hoe vond je het om over je eigen talent(en) en toekomstige beroep na te denken?

 

Tip

  • Leerlingen kunnen voor het maken van een woordspin Bubble.us (of Word) gebruiken en de woordspin op het digibord presenteren.