De klas van meester Marco gebruikt de elektronische leeromgeving Edmodo voor het inleveren van huiswerk, het maken van toetsen en het versturen van berichtjes. ‘Als ze nu alvast oefenen onder mijn begeleiding, gaan ze mediawijzer naar de middelbare school.’
Wie?
Marco Claassen (32), leerkracht van groep 7/8 op SBO De Horizon in Zoetermeer.
Project
Edmodo in de klas, sinds september 2013.
Hoe werkt het?
Edmodo is een gratis elektronische leeromgeving (ELO), vergelijkbaar met de ELO’s die op de middelbare school gebruikt worden. Edmodo ziet eruit als Facebook, maar is afgeschermd; alleen de leerlingen en ouders die Marco toevoegt, kunnen meelezen. Met de meester als coach kunnen de leerlingen veilig oefenen met de verschillende functies: huiswerk en toetsen maken, de agenda raadplegen en berichten versturen.
Doel
Leerlingen laten oefenen met de do’s en don’ts van sociale media en hen ict-vaardiger maken.
Resultaat
De leerlingen zijn in een jaar tijd een stuk mediawijzer en ict-vaardiger geworden. Ze kunnen omgaan met digitale documenten (maken, opslaan, versturen), zijn alerter op netjes uitloggen, en denken bewuster na over de berichten die ze plaatsen, en welke toch maar niet.
Wat maakt dit project bijzonder?
“Ik ben altijd op zoek naar vernieuwingen voor mijn onderwijs. Via enthousiaste berichten van VO-docenten op Twitter ontdekte ik Edmodo. Ik zag er meteen een mooi middel in om met mijn groep te oefenen met een elektronisch leeromgeving. De meeste leerlingen die na groep 8 onze school verlaten, stromen door naar het reguliere voortgezet onderwijs. Daar zijn ELO’s en sociale media aan de orde van de dag. Het is fijn als leerlingen dan de fase van beginnersfouten maken – en het leerproces dat daarbij hoort – al achter de rug hebben. Edmodo blijkt inderdaad ideaal voor dit doel; met z’n stoere Facebook-look, de afgeschermde omgeving en de handige functies die je een voor een kunt verkennen. We leren samen veel, juist ook door de fouten die – zonder grote consequenties – gemaakt, besproken en hersteld worden.”
Hoe heb je het aangepakt?
“Ik gebruik Edmodo nu twee jaar. Eerst ben ik zelf alle mogelijkheden gaan verkennen. Ik heb daarvoor een testgroep aangemaakt en voor mezelf een leraar- en een leerling-account. Zo kon ik bekijken hoe berichten, toetsen, huiswerkopdrachten en waarschuwingen eruitzien.
Ik wilde niet dat ouders zich overvallen zouden voelen; sociale media komen immers vaak negatief in het nieuws. Op de informatieavond heb ik verteld wat we zouden gaan doen en waarom. En ik heb uitgelegd dat Edmodo wel lijkt op Facebook, maar niet hetzelfde is. Ouders beseffen goed dat sociale media bij het leven horen en dat kinderen beter nu kunnen oefenen in een veilige omgeving dan dat ze straks op de middelbare school in het diepe worden gegooid.
Met de hele groep hebben we afspraken gemaakt over hoe we met elkaar omgaan op Edmodo. Die afspraken hangen in de klas en we grijpen er geregeld naar terug:
- zet geen privé-informatie, zoals telefoonnummers, online
- log uit wanneer je stopt
- gebruik een gepaste profielfoto, waaraan anderen je kunnen herkennen
- gebruik je eigen naam, geen nickname als ‘Bloempje_03’
- wees aardig voor elkaar
- los geen ruzies op via Edmodo.
Vervolgens heb ik met elk kind samen een account aangemaakt, zodat we het meteen nog eens over profielnaam en -foto konden hebben.”
Hoe wordt het dan een succes?
“Investeren in een positief pedagogisch klimaat in de klas vind ik het allerbelangrijkste. Een goede sfeer in de klas, offline, is een voorwaarde voor een goede sfeer online. Ik vind het mooi als leerlingen vragen van elkaar beantwoorden, dat stimuleer ik altijd. Ook geniet ik ervan als leerlingen elkaar positieve berichten sturen, zoals: ‘Wat een goede spreekbeurt vandaag’ of ‘Beterschap!’
Zo ontstaat er een prettig klimaat waarin we dingen die niet helemaal goed gaan – online of offline – met de hele groep kunnen bespreken en iedereen ervan kan leren.
Soms is een berichtje namelijk niet handig geformuleerd, of wordt een schoolpleinruzie online voortgezet. Dan stel ik aan de leerling voor om het voorval met de groep te bespreken. Het kan lastig zijn om het verschil te benoemen tussen een bericht dat oké of niet oké is. Dat zit vaak in subtiele nuances, iets waar onze SBO-leerlingen niet altijd goed mee om kunnen gaan. We oefenen dit in de klas met het lezen van dezelfde zin in verschillende emoties, en daarmee met verschillende gevolgen.
Bijvoorbeeld: een leerling meldde zich via Edmodo ziek voor de volgende dag. Ik reageerde met het bericht dat ziekmeldingen niet door kinderen gedaan kunnen worden, alleen door ouders, en telefonisch. De reactie van het kind was: ‘Oh sorry hoor, ik meld het alleen maar.’ Dat is een opmerking die – onbedoeld – brutaal of sarcastisch kan overkomen. Ik ken dit kind goed en begreep dat zij het niet lelijk bedoelde, maar een onbekende kan zoiets makkelijk verkeerd opvatten en dan kunnen er vervelende situaties ontstaan. Daar hebben we een klassengesprek aan gewijd. En daarna verwijder ik het berichtje.
Het gebruik van Edmodo hebben we langzaam opgebouwd, zodat de kinderen eraan konden wennen. De afspraak is dat iedereen er dagelijks even op kijkt. Dat gaat vanzelf omdat ze weten dat ik daar huiswerk opgeef en mededelingen plaats als ‘De rolverdeling voor de eindmusical is bekend’ of ‘Neem woensdag je fiets mee naar school, we hebben verkeersexamen.’ Niet iedereen is actief met het plaatsen van berichten, dat hoeft ook niet. Ik probeer het wel te stimuleren. Sommige kinderen gaan na schooltijd liever voetballen, anderen gaan er rustig voor zitten om berichtjes op Edmodo te tikken.”
Is het voor alle kinderen geschikt?
“Alle kinderen van groep 8 die naar de middelbare school gaan, hebben baat bij het oefenen in een veilige omgeving met de do’s en don’ts van sociale media. Als je het langzaam opbouwt met je klas, moet het met vrijwel alle kinderen lukken. Voor jongere leerlingen is Edmodo misschien nog wat te ingewikkeld.”
Wat vinden je leerlingen ervan?
“De leerlingen zijn enthousiast. Allemaal gebruiken ze de agenda, leveren hun huiswerk in en maken de toetsen via Edmodo. Al doende hebben ze geleerd hoe ze bestanden moeten opslaan en insturen, en hoe ze hun wachtwoord moeten gebruiken. Ze vinden het vooral erg fijn dat ze kunnen typen, want schrijven is qua motoriek voor veel van mijn leerlingen behoorlijk lastig. Berichten lezen doen ze allemaal. Steeds meer kinderen sturen zelf ook berichten en ze beginnen het steeds leuker te vinden om zo te communiceren.
Ze noemen zelf dat Edmodo een extra mogelijkheid is om door te praten met vrienden. Ze vinden het ook handig om vragen te stellen over het huiswerk bijvoorbeeld, en ze beantwoorden graag de vragen van anderen, zoals: van wie kan ik een T-shirt lenen voor de musical? Het is voor hen een makkelijke manier om even iets aan mij te melden, bijvoorbeeld dat ze iets zijn vergeten in te leveren, maar dat ze dat morgen doen. En ze vinden het fijn dat ik ze zo aan dingen kan herinneren als: ‘Neem je gymkleren mee, we hebben sportdag morgen.’
Ook lief en leed delen ze geregeld op Edmodo: ‘Ik heb een nieuw zebravinkje gekregen!’ met een foto erbij. En: ‘Mijn kat is dood.’ Het blijkt makkelijker om daar op Edmodo over te beginnen, zodat het hoge woord eruit is. Daarna kunnen we er in de klas over doorpraten.
De mogelijkheid om een bericht alleen aan mij te sturen, wordt soms ook gebruikt als iemand buiten de groep valt of geplaagd wordt. Voor sommige kinderen is het melden van een beladen boodschap zo makkelijker, of zelfs de enige manier.”
Wat vinden de ouders ervan?
“Ouders zijn door Edmodo beter op de hoogte van de dagelijkse zaken in de klas. Ook omdat de meeste van onze ouders minder vaak in de klas komen doordat de kinderen meestal van taxibusjes of streekvervoer gebruikmaken. Edmodo is meer van school dan WhatsApp. Het is daarom altijd een discussie waar de verantwoording van school start en in hoeverre dit een taak van de ouders thuis is. Zelf hou ik de Edmodo-berichten van de leerlingen goed in de gaten. Mocht het even mis dreigen te gaan, dan heb ik vaak al vroegtijdig gehandeld. Daarom denk ik dat het ouders minder snel opvalt als er iets, want ze hoefden niet zelf in te grijpen.”
Hoe gaat het nu online met de leerlingen?
“Ik zou willen concluderen dat het oefenen in deze beschermde omgeving ook doorwerkt naar WhatsApp bijvoorbeeld, maar zo mooi is het niet. Het feit dat mijn leerlingen weten dat volwassenen – ik en de ouders – meelezen op Edmodo, heeft beslist een dempend effect op ongewenst gedrag. Want buiten die zone met toezicht gaat het af en toe nog fout. De kinderen hebben vrijwel allemaal WhatsApp. Een enkeling heeft een Facebook-account. Met name bij WhatsApp gaat het in de ongecontroleerde omgeving wel eens mis, dan reageren ze vooral primair op elkaar. Controle blijft dus nodig, toch hoop ik dat ze geleerd hebben om ongewenste situaties te voorkomen.
Als school werken we daar preventief aan door middel van gedragsafspraken en Sociale Vaardigheidstrainingen. En als het nodig is, bij excessen, bespreken we specifieke gebeurtenissen in de klas. Dan gaat het vaak over wat er gebeurt op WhatsApp of websites als MovieStarPlanet. Een klasgenoot wordt bijvoorbeeld niet toegelaten in een WhatsApp-groep. Of de leerlingen zeggen dingen die op z’n minst anders opgevat kunnen worden. En dan gaan zaken soms een eigen leven leiden. Dat pak ik dan altijd serieus op, omdat het de sfeer snel kan verpesten. Als de lucht eenmaal is geklaard, komt er weer ruimte om met elkaar te lachen.”
Heb je nog tips?
“Voor het invoeren van Edmodo, of een andere tool, kun je hier aan denken:
- Organiseer vóór je begint een ouderavond, waarin je het nut van de tool duidelijk maakt.
- Maak van tevoren samen met je klas goede afspraken over gewenst en ongewenst gedrag.
- Zorg voor een veilige, open sfeer waarin je voorvallen met elkaar kunt bespreken, als er toch iets misgaat.
- Bouw het gebruik van de functies op, zodat de kinderen er rustig mee kunnen oefenen.”
Wat is je drijfveer?
“Ik heb zelf een hele leuke basisschooltijd gehad en wil kinderen graag zo’n periode bieden. Ook bij SBO-leerlingen, bij wie leren niet vanzelf gaat, wil ik een bijdrage leveren aan hun ontwikkeling tot kritische burgers. Ik probeer daarom zoveel mogelijk de coachende rol op me te nemen en leerlingen te leren om het zelf, of met elkaar te doen. Als een leerling vraagt: ‘Hoe zat het ook alweer met de Chinese muur?’ zal ik niet gauw zelf antwoord geven, maar de klas erbij betrekken: ‘Jongens, wie zou kunnen helpen? Waar kunnen we het antwoord vinden?’
Ik maak graag geintjes met mijn leerlingen. Ik steek bijvoorbeeld de draak met mijn eigen chaotische bureau en waarschuw hen dat hun laatje niet even erg moet worden. Of ik vraag hen om me ergens aan te helpen herinneren, want ik ben al zó oud… Dan hebben we veel pret samen. Veel lachen, hard werken, is mijn motto.”