Bart Timmermans laat zijn leerlingen een webquest maken, waarin Twitter een belangrijke rol speelt. ‘De opdracht past bij hun leefwereld. Dat is de kracht.’
Wie
Bart Timmermans (24) docent wis-, natuur- , en scheikunde aan het vmbo van het Orion College West in Amsterdam, een school voor speciaal voortgezet onderwijs voor leerlingen met communicatieve en auditieve problemen.
Project
Webquest: Bart ontwierp tijdens zijn lerarenopleiding in 2012 een webquest over duurzame energie voor natuur- en scheikunde. Hij voerde de webquest eerder uit in reguliere havo- en vwo-klassen en deed dat onlangs in zijn 3 vmbo-tl klas op het Orion College West.
Hoe werkt het?
Leerlingen zoeken drie weken lang op internet naar informatie, filmpjes, foto’s en nieuwtjes over duurzame energie. Wekelijks twitteren ze minstens drie linkjes. Bij elke link maken ze een verslag waarin ze de link toelichten en het verband uitleggen met natuur- of scheikunde. Ze werken voornamelijk zelfstandig, met een door Bart ontworpen website als handleiding.
Doel
Leerlingen enthousiasmeren voor de vakken natuur- en scheikunde door hen bewust te maken van de invloed van deze vakken op het dagelijks leven.
Resultaat
Leerlingen vinden het leuk om op een andere manier met het vak bezig te zijn. Ze beseffen dat natuur- en scheikunde een rol spelen in alles om hen heen.
Hoe heb je het aangepakt?
“Toen ik tijdens mijn opleiding les ging geven, merkte ik dat exacte vakken bij veel leerlingen niet zo leven. Ze hebben geen idee wat ze er eigenlijk mee kunnen. Ik zocht naar een onderwerp waarmee ik hen kon laten zien hoe belangrijk natuur- en scheikunde zijn in ons leven. Dat werd duurzame energie, omdat je daar veel internetbronnen over kunt vinden die geschikt zijn voor jongeren. Alleen een webquest ontwerpen was me net iets te saai, daarom bedacht ik de link met Twitter.
Ik voerde de webquest al een paar keer uit. Als ik met een nieuwe groep leerlingen start, zorg ik dat er voldoende laptops in de klas staan. Ik introduceer het project en de leerlingen maken tijdens de les een Twitteraccount aan. Ze mailen mij hun accountnaam en zo kan ik heel makkelijk via mijn eigen Twitteraccount bijhouden wat ze doen. Het is de bedoeling dat ze de webquest zelfstandig uitvoeren en hun eigen creativiteit inzetten om geschikte bronnen te zoeken. Op de website, die ik maakte op Weebly, kunnen ze alle informatie vinden die ze nodig hebben.
Het leuke aan de opdracht is dat je ook eenvoudig een koppeling kunt maken naar mediawijsheid. Door het bijvoorbeeld te hebben over Twitter en privacy. Ik laat hen een Twitternaam kiezen die iets te maken heeft met de webquest. Maar wat zijn de voor- en nadelen van twitteren onder je eigen naam en foto? En wat kun je eigenlijk bereiken met een tweet? Of we praten over de betrouwbaarheid van internetbronnen. Wat is waar op internet en hoe controleer je dat? ”
Waarom werkt een webquest zo goed voor exacte vakken?
“Een webquest is heel geschikt om leerlingen zelf te laten ontdekken dat exacte vakken een rol spelen in hun leven. Ze lezen bijvoorbeeld in een artikel over het broeikaseffect dat mest onder meer bestaat uit stikstof (N) en fosfor (P). Die stoffen kennen ze uit de scheikundeles. Of ze vinden een site over windenergie en ontdekken het verband tussen molenwieken en het natuurkundige begrip weerstand.
Bijkomend voordeel is dat exacte vakken grenzen aan de wetenschap, waardoor er veel over te vinden is op internet. Maar ook voor vakken als geschiedenis en aardrijkskunde zijn genoeg interessante onderwerpen te verzinnen voor een webquest.”
Is het voor alle kinderen geschikt?
“Verbanden kunnen leggen tussen teksten en vaktheorie vraagt om inzicht. Dat maakt de webquest geschikt voor jongeren vanaf een jaar of vijftien met minimaal vmbo-tl niveau. Of misschien zelfs wel havo, want ik merkte dat het voor de vmbo-leerlingen al best moeilijk was om die verbanden te zien. Voor leerlingen die jonger zijn, of een lager niveau hebben, zou je natuurlijk wel een vereenvoudigde webquest kunnen ontwikkelen.”
Wat zijn de valkuilen?
“Een onduidelijke beschrijving van de opdracht is niet handig, omdat leerlingen zelfstandig aan de opdracht moeten werken. Daar kreeg ik dit keer zelf mee te maken. In het reguliere onderwijs verliep de webquest soepel. Maar ik merkte dat de teksten op de site eigenlijk te lang en te ingewikkeld waren voor de leerlingen met taal- of spraakproblemen. Ze konden de informatie niet goed uit de tekst halen en liepen vast. De start verliep daardoor wat stroef.”
Wat heb je gedaan om de webquest alsnog op de rit te krijgen?
“Ik besprak de opdracht nog eens in de les. Ik lichtte toe wat de bedoeling was en hoe ze informatie konden zoeken. Ook maakte ik de laatste twintig minuten van elke les vrij voor de webquest. Ik was beschikbaar voor vragen en gaf af en toe een voorzetje, bijvoorbeeld door een site te tippen. Toen lukte het hen beter om gericht te zoeken en tweets te versturen. Al kloppen de tweets taalkundig soms niet helemaal. Zo zag ik het woord ‘fliegen’ voorbijkomen. Maar daar reken ik ze zeker niet op af. Het is voor deze leerlingen een extra uitdaging om in 140 tekens iets te vertellen. Het is mooi om te zien dat ze daarin slagen.”
Wat zou je een volgende keer anders doen?
“De site overzichtelijker maken. Met kleinere tekstblokjes, veel kopjes en de belangrijkste informatie vetgedrukt, zoals het aantal tweets dat ze moeten versturen. Ook zou ik in de les een voorbeeld laten zien van een account dat veel over duurzaamheid twittert, zoals @duurzaamnieuws. Leerlingen krijgen dan alvast een beeld van een account. Verder zou ik hen in tweetallen laten werken, zodat ze kunnen overleggen en discussiëren. En hen aanmoedigen om meer volgers te verzamelen en contact met twitteraars te maken. Bijvoorbeeld door een kleine prijs te geven aan het groepje met de meeste actieve volgers, of dat ze er bonuspunten mee bij elkaar kunnen sprokkelen voor een hoger cijfer.”
Heb je nog meer tips?
“Trek vier weken uit voor de opdracht. Een week om op te starten, twee weken voor de webquest en een week voor de evaluatie. Wil je een site maken bij je webquest, dan werkt Weebly prima. Het is eenvoudig en gratis. Sommige ouders zijn niet meteen enthousiast over het inzetten van sociale media in de lessen. Vraag na op je school of het nodig is om hen in te lichten of om toestemming te vragen.
Koppel de webquest aan een cijfer. Ik deed dit niet iedere keer, maar ik merk dat dit leerlingen motiveert om extra hun best te doen. Op de website staat mijn puntensysteem toegelicht. Heb geen hoge verwachtingen. Zie de opdracht als een opwarmertje aan het begin van het jaar en richt je niet te veel op vakinhoudelijke kennis.”
Wat vinden de leerlingen ervan?
“De meeste jongeren zijn enthousiast. Op school sociale media gebruiken en rondstruinen op internet, vinden ze echt leuk. Dat eigenlijk niks fout is, geeft hen zelfvertrouwen om te beginnen. Ze komen dingen tegen waar ze geen idee van hadden. Een leerling ontdekte dat je energie uit spruitjes kunt halen. Een ander uit deze klas las in een Engels artikel van de universiteit van Stanford tot zijn verbazing over energiewinning uit uitwerpselen. Dat soort informatie vinden ze interessant en grappig.
Ik merk wel dat jongeren steeds vaker te vinden zijn op sociale media met vooral beeld, zoals Snapchat en Instagram. In de toekomst wil ik een opdracht ontwikkelen die daar op aansluit. Ik denk aan een project waarbij leerlingen foto’s maken van dingen in hun eigen omgeving, van kraanwater tot nagellak, en verbanden leggen met natuur- of scheikunde. Zo’n opdracht staat nog dichter bij hun leefwereld. Instagram is het geschiktst. Je kunt hashtags gebruiken en overzichtspagina’s maken. Nadeel is wel dat je een smartphone nodig hebt en die heeft nog niet iedereen. Dat zou je op kunnen lossen door duo’s te maken waarbij in ieder geval één leerling een smartphone heeft.”
Wat is er bijzonder aan dit project?
“Sociale media zijn voor leerlingen erg belangrijk, terwijl scholen juist vooral hun best doen om hen erbij vandaan te houden. De kracht van deze webquest is dat sociale media juist worden omarmd en ingezet in het leerproces. Hierdoor beginnen leerlingen enthousiaster aan de opdracht.”
Wat is je drijfveer?
“De middelbare schooltijd is voor veel leerlingen een turbulente periode. Als docent wil ik hen graag helpen ontdekken wat ze willen en hen aanmoedigen om zich te ontplooien als persoon. Natuurlijk laat ik ze graag de mogelijkheden van exacte vakken voor hun toekomst zien. Maar ik vind het vooral belangrijk dat ze doen wat ze zelf graag willen, niet wat hen wordt opgelegd door anderen. Als ik bij de diploma-uitreiking leerlingen zie staan die tevreden zijn met hun behaalde resultaten en hun eigen ontwikkeling, geeft dat me een goed gevoel.”