Leerlingen in het speciaal onderwijs hebben vaak moeite om hun vrije tijd in te vullen. Op VSO De Toekomst leert meester Wilco ze onder andere foto’s bewerken, die ze bijvoorbeeld op Facebook zetten. ‘Ik zie hun zelfvertrouwen groeien.’
Wie
Wilco Lukassen (39), docent VSO De Toekomst in Ede, een school van De Onderwijsspecialisten. Het is een school voor leerlingen van 12 tot 20 jaar met een verstandelijke of meervoudige beperking.
Project
Greenscreen fotobewerking
Hoe werkt het?
ZML-leerlingen plakken een foto van zichzelf in een foto van een plaats waar ze normaal gesproken niet makkelijk kunnen komen. Zoals bovenop een hoge berg of op het podium bij een popster. De leerlingen gebruiken daarvoor een greenscreen en een app die de achtergrond van hun eigen foto weghaalt, zodat ze die foto makkelijk in een andere afbeelding kunnen monteren.
Doel
Tieners leren dat ze een tablet creatief kunnen gebruiken, ook in hun vrije tijd. En de leerlingen doen bij dit proces inzichten op die waardevol zijn in andere lessen, zoals aardrijkskunde, sociale vaardigheden en mediawijsheid.
Resultaat
De leerlingen – of hun (pleeg)ouders – posten deze bewerkte foto’s op Facebook of Twitter. Ze zijn trots op hun creaties en ze krijgen er complimenten voor, wat hun zelfvertrouwen verhoogt.
Hoe heb je het aangepakt?
“Ik ging vorig jaar op zoek naar een manier om leerlingen een tablet creatief te laten gebruiken. Want een aantal van onze leerlingen weet niet hoe ze hun vrije tijd moeten invullen. Ze komen uit zichzelf niet op het idee om iets te gaan doen of iets nieuws te proberen: je moet ze echt keuzes bieden. Daarom hebben wij op vrijdagmiddag het vak vrijetijdsbesteding.
Ik wilde de leerlingen laten kennismaken met fotobewerking, en begon zelf foto’s te nemen van vogelhuisjes. Daar monteerde ik dan foto’s van de leerlingen in. De software voor fotobewerking bleek echter nog best ingewikkeld te zijn, totdat ik – door een tip van een collega – een greenscreen app vond voor de iPad. Daarmee kun je heel makkelijk een foto in een andere foto plakken. Ik dacht: yes, dit is precies wat ik zoek.
In de les laat ik de leerlingen nu een foto van zichzelf monteren in een foto van een situatie waarin ze normaal niet zo snel terecht kunnen komen, vanwege hun beperking. De leerlingen monteren zichzelf dan bijvoorbeeld op de toren van Pisa, of op het toneel van een popconcert. Een jongen monteerde zichzelf als winnaar bij een wedstrijd Amerikaans worstelen. En weer een ander, die heel erg van honden houdt, had zichzelf naast steeds een andere hond geplakt. Er is ook een leerling die een foto mocht nemen in het kantoor van onze directeur: hij heeft zichzelf op de directeursstoel geplakt, omdat hij het leuk vond om eens de baas over mij te zijn.”
Wat heb je nodig?
“Zelf heb ik gewerkt met een iPad, een groen scherm en de app Green Screen by Do Ink. Maar er zijn veel apps op dit gebied, ook voor Android-tablets. En een groen scherm kun je heel makkelijk zelf maken door een paar groene bladen op A1-formaat aan elkaar te plakken. Dit kost nog geen tien euro en je hebt er heel veel plezier van.”
Wat vinden de leerlingen en de ouders ervan?
“Sommige leerlingen vinden het stom, maar de meesten vinden het geweldig. Als ze een foto af hebben en die op Facebook zetten, voelen ze zich stoer. Ze staan letterlijk even in the picture, ze hebben iets wat niemand anders heeft. En ze krijgen van iedereen complimenten. Ze komen bijvoorbeeld heel trots vertellen dat ze wel veertien likes hebben op Facebook.
De ouders vinden het ook heel leuk: ze staan versteld van de technische mogelijkheden en van hoe goed hun kinderen die kunnen benutten.”
Is het voor alle leerlingen geschikt?
“Ik vind van wel, óók voor leerlingen die er niet meteen door gegrepen worden. Je moet dan als docent wat meer op zoek naar wat een leerling motiveert. Houdt hij van de Toppers? Zou hij het dan niet leuk vinden om eens naast hen op het podium te staan? ‘Ja maar meneer, ik kan niet zingen’, zeggen ze dan. Nou en? Dan kan hij met deze app nog steeds op het podium staan.
Dat alle leerlingen meedoen is belangrijk, omdat het project inmiddels verder gaat dan alleen het invullen van vrije tijd. Als een leerling zichzelf bij de toren van Pisa op een foto zet, kun je vragen: waar ligt Pisa eigenlijk? En hoe komt die toren zo scheef? Ik ben klassenleraar, ik geef alle vakken zelf, dus kan ik bij andere vakken makkelijk teruggrijpen op de bewerkte foto’s.
Ik haak in het project ook aan bij grotere thema’s op school. Bijvoorbeeld bij ‘de week van het niet roken’: het onderwerp ‘roken’ staat centraal bij taal en rekenen. En dan maken we hier een foto van onze asbak – de peukenpot. Die veranderen we dan in een zwembad om te laten zien hoe vies dat eruitziet.
Het project is ook een mooie manier om de gevaren van internet in de klas te behandelen. Dan plak ik bijvoorbeeld een foto van een leerling in een andere, rare foto, en die laat ik dan zien. ‘Meneer, hoe komt u aan mijn foto’, vragen ze dan verontwaardigd. Ik antwoord: ‘Gewoon, van je Facebookpagina gekopieerd.’ Zo merken ze dat ze moeten oppassen met wat ze van zichzelf op internet zetten. En natuurlijk komt zo’n actie van mij wel eens hard binnen bij de leerlingen. We praten er samen over, ook met de ouders, en zo brengen we deze jongeren echt wat bij.
Er zijn trouwens leerlingen die niet op de foto durven, bijvoorbeeld omdat ze een laag zelfbeeld hebben. Maar daar kun je als leraar ook aan werken, dan zeg ik: ‘Begin met een foto van je schoen, of van je hand.’ Een autistische leerling vindt het ontzettend vervelend om zich te laten fotograferen. Maar hij heeft nu een foto van mijn vinger genomen en die op de wijzerplaat van de Big Ben geplakt – hij is gefascineerd door Engeland. Goed, het is nog steeds míjn vinger, maar volgend jaar gaan we waarschijnlijk wel een stapje verder. Je moet je niet zo makkelijk uit het veld laten slaan.”
Wat maakt dit project bijzonder?
“Je ziet leerlingen groeien. Ze kunnen twee foto’s in elkaar monteren, en dat kunnen een heleboel andere mensen niet. En ze krijgen er complimenten voor. Je kunt met de app ook filmpjes maken, en daarop zie je dat de ene leerling met de borst vooruit loopt, en de ander juist heel erg voorovergebogen. Wat voor indruk geeft dat? Daar kun je op terugkomen bij je lessen sociale vaardigheden en werknemersvaardigheden: ‘Denk even aan die foto en aan dat filmpje, aan hoe je lichaamshouding toen was.’”
Wat was het moeilijkst?
“Het copyright op de foto’s is en blijft lastig. Je kunt miljoenen foto’s van internet halen, maar je mag niet alle foto’s zomaar gebruiken of veranderen. Het kost vaak wat moeite om dat aan leerlingen uit te leggen. Met Google kun je zoeken op rechtenvrije foto’s, maar goed, dat vergeet ik zelf ook wel eens.
Verder gebeuren er soms vervelende dingen, dan krijgen de leerlingen een negatieve reactie op een foto. Daarover ga je dan het gesprek aan. Was die reactie terecht? En wat kun je er tegen doen? Ga je terugschelden, haal je je schouders op, of pareer je het met humor? Ook daar kun je een prima leerervaring van maken.
Als die negatieve reactie van een van de andere leerlingen komt, spreek ik die daarop aan: ‘Ik vind dit niet normaal, jij wel?’ Want ik houd niet van pamperen. Houd een stevig gesprek, zie dat de leerling beseft wat zijn actie bij een ander teweeg kan brengen. En dan is het klaar, we blijven het elkaar niet kwalijk nemen.”
Heb je nog tips?
“De bediening van de app wijst zichzelf. Ga gewoon eens wat proberen, samen met je leerlingen. ‘Jongens, hier is een app, maar ik heb geen idee wat ik er mee moet’. Zoek samen naar de mogelijkheden en doe eens gekke dingen.
En natuurlijk zitten onze leerlingen in de puberteit, dus ze proberen van alles uit. Ze kunnen zichzelf heel makkelijk bij een halfnaakte vrouw op de foto plakken. Of ze kijken tijdens je les een kwartier op Facebook, terwijl ze alleen maar even een foto hoefden te plaatsen. Maar goed, ook daarover kun je als docent het gesprek aangaan. Met praten bereik je vaak meer dan met een opstelling als politieagent.”
Wat is je drijfveer?
“Als ik zie dat een leerling een gave fotobewerking op Facebook zet en daar heel trots op is, dáár doe ik het voor. En zo’n project als dit kost natuurlijk tijd, maar wat is nu belangrijker? Dat je de lesstof er doorheen jast, of dat je een leerling helpt om een beter en mooier mens te worden?”